|
Het is vandaag 3 december en het is heel mooi weer. We waren om half zeven uit de veren en na het ontbijt vertrokken we via Nuwara Eliya op 1893 meter hoogte in de bergen naar Bandarawela.
Eerst stopten we nog even bij een zijde”fabriek” met winkel. Daarna reden we door een pittoresk landschap met op de achtergrond bergtoppen gehuld in nevelen. Op de voorgrond leken palmen, bamboe, bananenbomen en andere begroeiing met een penseel sfeervol aangebracht. Tussendoor slingerden stroompjes met aan de oevers wat terrasbouw. Je zag ruw getimmerde kraampjes waar de bevolking haar waren aan de man probeert te brengen. We reden langs theeplantages en wilde watervalletjes die hun weg langs de bergwanden omlaag zochten.
Aan water is hier beslist geen gebrek. Hier en daar waren theepluksters aan het werk, later zelfs ook in de regen. Theepluksters zijn toch vaak moeilijk te krijgen, veelal zijn het Tamils. Ze worden heel slecht betaald. Ze wonen ook vaak in barakken die door de eigenaar van de plantage verhuurd zijn. Vroeger was er zelfs sprake van gedwongen winkelnering waardoor ze geen cent overhielden. Na een poosje gereden te hebben, stopten we bij een theefabriek.
De bladeren worden binnen uitgeschud in lange bakken op een bed van gaas. Daar wordt lucht doorheen geblazen en zo worden de bladeren 14 uur gedroogd. Het zijn altijd de bladeren van maximaal de vorige dag die vandaag verwerkt worden. Daarna gaan ze in de blender om daar gedurende 50 minuten vermalen te worden en dan 50 minuten de pers in. Gemalen thee die niet fijn genoeg vermalen is, gaat opnieuw de blender in. Vervolgens wordt het natte spul op een schuddende lopende band gegooid en gedroogd en op kwaliteit en grootte gesorteerd waarna het in balen wordt verpakt die gemerkt worden met een sjabloon. De balen worden door vrouwen de trap op gesjouwd.
Thee is eigenlijk ontdekt in China. Een landbouwer kookte altijd water uit een poeltje. Op een dag waren er wat bladeren van de theestruik in gevallen en die werden meegekookt. Het water kreeg een roodbruinachtige kleur., Nieuwsgierig proefde hij het en hij voelde zich daarna verkwikt. Hij liet dit via via aan de keizer weten die hetzelfde ervoer en voortaan kregen alle belangrijke gasten deze thee voorgeschoteld. |
|
Terwijl we zaten te lunchen keken we uit op een fantastische achtergrond maar helaas begon het weer te regenen en tijdens de rit later zagen we theepluksters in de regen theebladeren plukken om aan hun minimum quotum van 20 kg te komen. |
|
De rit door de bergen die volgde, was prachtig. We zagen mooie landschappen afgewisseld met wat lintbebouwing van winkeltjes en woningen. |
Sommige golfplaten daken waren bedekt met plastic en op andere daken lag enorm veel rommel. Veel van die gebouwtjes zijn het woord woning niet waard. Om daar in te wonen. Afschuwelijk.
Dit werd afgewisseld met soms prachtige woningen met op de achtergrond het berglandschap met allerlei soorten akkers op de terrassen waar groenten verbouwd werden die indertijd door de Nederlanders zijn ingevoerd.
|
Ineens kwamen we bij een kleurige Hindoetempel waar de apen aan de zijkant heen en weer renden terwijl ze door toeristen gevoerd werden. |
|
In een of ander soort restaurant gingen we koffie drinken en daar vroeg ik om de kiri kiri en de sini sini.
Er werd naar een tafel gewezen waar het stond. Kiri is melk en sini is suiker. Ze herhalen hier heel vaak woorden, maar niet altijd. Het klinkt wel een beetje kinderlijk op die manier. We zijn ook wel eens verbeterd dat het enkel moest.
De rit naar Bandarawela die daarna volgde was spectaculair te noemen. Ze waren op veel plaatsen met de weg bezig en er was soms geen doorkomen aan. Je zag grote moderne graafmachines en daarnaast mensen met handgereedschap op blote voeten in de modder. Een kruiwagen werd met een cementmolen met mortel gevuld. Twee mannen tilden de kruiwagen op en kiepten hem verderop weer leeg.
Om een uur of zeven bereikten we Bandarawela en we reden het terrein van het hotel op, een prachtig oud koloniaal gebouw. De kamers waren er ook naar. Hoge plafonds, hoge kingsize ledikanten met koperen spijlen. Bakelieten lichtschakelaars en een kleine badkamer met een ouderwets bad op pootjes. In de badkamer was een deur naar de achterkant waar vroeger heet water voort het bad werd aangevoerd. Er stond een toilet in op kleuterhoogte. Wat opvalt, is dat het toiletpapier hier overal ver aan de achterkant zit. Als je papier nodig hebt, moet je je zo naar achteren draaien dat je het meteen in rug hebt.
Toen we het hotel binnenkwamen zeiden ze “ayubowan” (goedendag/morgen/middag/avond) met de handen devoot voor de borst gevouwen kregen we een vochtig doekje om ons op te frissen en werden vergast op thee en koffie. We gebruikten deze lekker zittende fauteuils en sofa’s in de lounge met een sfeervolle ambiance. Na het goed verzorgde dinerbuffet hebben we met zijn drieën saxofoon, gitaar, piano en zang ten gehore gebracht totdat we gevraagd werden om te stoppen vanwege het late tijdstip.
Morgen weer om half zeven op.
|
Het is al de 11e dag en we zijn op weg naar Tissamaharama. De bus is niet van het nieuwste model. Onderweg vloog zelfs de achterdeur open en aan het linker voor- en achterwiel ontbrak een moer. Een half uurtje voordat we bij het hotel aankwamen, kon de bus niet verder omdat de weg onder water stond. Er valt namelijk zo veel regen wat abnormaal is voor de tijd van het jaar; het regenseizoen is al voorbij, maar daar lijkt het niet op. We moesten overstappen in jeeps om zo langs binnenweggetjes naar Colombo te worden gebracht. |
’s Middags stapten we weer in de jeeps voor een prachtige safari door een wildpark.
Olifanten hebben we niet gezien maar wel herten, krokodillen, pauwen, adelaars, bijeneters, waterbuffels, painted storks (een uniek soort ooievaar), lepelaars, mangoesten en nog veel meer. |
|
|
|
We stonden in de jeep en op gegeven moment draaide ik me om en kwak, zo een tak met doorns over mijn gezicht. Het is een echte Krasvakantie, ik zag er niet uit. |
|
De volgende dag vertrokken we naar onze eindbestemming, Hikkaduwa waar we nog de zondagsmarkt bezochten. Onderweg zagen we nog paalvissers poseren. Het echte beroep is, denk ik, uitgestorven. |
|
|
|
|
We deden een stadstour door het oude vestingstadje Galle waar de VOC nog haar domicilie gehad heeft. De oude stad staat op de lijst van Werelderfgoederen en er wordt druk gerestaureerd. |
Heel vreemd is dat de Hollandse gebouwen Portugese dakpannen krijgen en de Engelse gebouwen Hollandse. Het oude fort lag zo strategisch en was zo sterk dat het niet veroverd is geweest. Aan de binnenkant was ook een muur naar de stad om te zorgen dat ze niet door de bevolking konden worden aangevallen. Ook de oude opslagplaats voor buskruit met haar muren van een meter dik stond er nog.
Vanmorgen regende het aldoor, het water in Colombo staat net zo hoog als de wielen van een bus groot zijn. Net als het droog is arriveert een bruidspaar. Ze zijn al een poos getrouwd maar dit is het laatste feest, de homecoming party. |
|
|
|